Citadelpark Gent

Buskruitfabriek Cooppal Wetteren

Vliegvelden WO I Regio Gent

WO I Munitiepark Kwatrecht

De Dodendraad

De Hollandstellung - Duitse WO I bunkerlinie

Reichsschüle Flandern - SS-School Kwatrecht

Duitse Atlantic Wall Radarpost - Goldammer

WOI en II Munitiedepot De Ghellinck Zwijnaarde

Duitse gangen onder centrum Gent WOII

Publieke WOII Schuilplaatsen Groot Gent

Het Fort van Eben Emael

KW-linie

WO I - Kwatrecht - Melle

18 daagse veldtocht gekoppeld aan TPG

Neergestorte B17 te Kwatrecht 19-09-1944

De bevrijding WO II van de regio rond TPG

Details van de legers:

Gesneuveldenlijsten:

Contact en onbeantwoorde vragen

Media-aandacht

Copyright

Links

Beschrijving van bruggenhoofd Gent.

Gedetailleerde beschrijving van de bunkers en hun bewapening.

Hieronder vindt u nadere uitleg over hoe een Maximmitrailleur werd opgesteld in de bunkers van Bruggenhoofd Gent.

In het relaas hieronder krijg te lezen hoe het standaardwapen voor de bunkers van TPG, de zware maxim 1908 kon worden opgesteld in de mitrailleurbunkers. Hieronder enkele foto's van zijn gebruik te velde.

mitrailleurgroep met Maxim mitrailleur Maxim mitrailleur
Mitrailleurgroep met Zware Maximmitrailleur. (Foto: Replica)
Maximmitrailleur: (Foto: Collectie de Muntenaar)

Opstelling van de standaard Maximmitrailleur in de mitrailleurbunkers van Bruggenhoofd Gent.

Hoeveel personen waren aanwezig in een standaard bezette mitrailleurbunker.

Het overgrote gedeelte van bunkers aan bruggenhoofd Gent waren mitrailleurbunkers. Om u een idee te geven over hoeveel man dan een bunker diende te bemannen, deze korte telling:

Bij een bunker behoorde altijd standaard:

  • Een Sergeant - overste van de bunker
  • Een Korporaal - stukoverste (verantwoordelijk voor de mitrailleur) - per schietgat, allicht stond deze ook in voor het opnieuw vullen van de lege linnen kogelbanden met de kogelpers.
  • Een soldaat - richter - schutter - per schietgat
  • Een soldaat - lader - per schietgat
  • Een loerder - per bunker - Deze diende steeds de omgeving te observeren en eventuele doelen of gevaarlijke situaties te spotten. Dit is een functie waarvan ik denk dat deze zeker niet altijd standaard zal voorzien zijn.

Dit maakt dat je voor een standaard 1 kamers-mitrailleurbunker, toch diende te rekenen om een standaardbezetting van 4 personen (eventueel 5 met een extra loerder ter beschikking).

Voor een 2-kamers mitrailleurbunker komt je met bovenstaande info aan een bezetting van 7 (eventueel 8 personen in geval men beschikte over een loerder)

Hoe was een standaard mitrailleurbunker met Maxim-mitrailleur ingericht qua bewapening.

Detailschetsen van de schietgaten voor mitrailleurs zoals er aan TPG in totaal 329 waren uitgewerkt binnen de 228 bunkers. De bovenste schets is een bovenzicht met detail van het toch wel vrij complexe bijhorende schietgat. De schets daaronder is de verticale doorsnede.

Chardome voor Maximmitrailleur
Alle mitrailleurbunkers waren standaard voorzien voor het opstellen van de zware Maximmitrailleur.

Voor het kunnen opstellen van een Maximmitrailleur waren bepaalde zaken noodzakelijk. Zo moest er zeker in elke mitrailleurbunker een specifieke opstelling gemaakt worden voor het schietgat. Deze opstelling noemde men een chardome en het bestond op zich uit 3 te onderscheiden onderdelen:

  • De Glijboog (stoel, ook op zich vaak bestempeld als chardome wat eigenlijk niet klopt omdat dit op het geheel slaat)
  • De Spilschroef
  • De Draaiplaat

De Glijboog is het metalen staketsel dat met 2 steunen op de grond is bevestigd. Bij Bruggenhoofd Gent zijn deze glijbogen in de grond mee ingebetonneerd. Bij later gebouwde bunkers, zijn deze meestal op de grond geschroefd en op die manier demonteerbaar. (Zie hierboven een foto van een dergelijke Glijboog aan TPG). Hieronder enkele detailschetsen van deze Glijboog (binnen de website ook vaak als stoel aangeduid).

De Spilschroef is een draadstang diameter 27 mm voorzien van 3 grote moeren met een sleutelbreedte van 70 mm.

bevestigingstang schietgat bevestigingsstang met moeren

De hierop bevestigde moeren waren onderaan een borgmoer gevolgd door de stelmoer. Volledig bovenaan kwam dan de Opsluitmoer.

tussen deze Spilschroef en Glijboog werd de Draaiplaat gelegd. Deze kon dan enkel scharnieren in het schietgat en schuiven over de Glijboog. Het enige dat regelbaar was, was de hoogte van de oplegging van deze Draaiplaat op de Spilschroef. Dit gebeurde door de onderste 2 moeren tegen elkaar aan te spannen op een dergelijke wijze dat de plaat exact lag van hoogte (onderaan borgmoer, daarboven de Stelmoer). De juiste hoogte is deze waarbij de Draaiplaat kwam te liggen bij een hoek van ongeveer 107° ten opzichte van de verticale stand. Eenmaal dit klopt werden de onderste 2 moeren met de borgmoer tegen elkaar getrokken zodat deze niet meer konden bewegen op de draaidstang en de plaat tijdens gebruik van de mitrailleur niet meer zou kunnen zakken. Daarna dient men manueel (niet vastgezet met moersleutels dus) de Opsluitmoer op de draadstang gedraaid en was de Draaiplaat gemonteerd.

Hieronder ziet u twee foto's van een originele Draaiplaat van een verdwenen bunker aan de KW-linie alsook 3 originele plannen van dergelijke plaat (Originele schetsen: Moskou-archieven). Tot op heden zijn er aan TPG geen originele draaiplaten meer gekend (of gevonden). Niets sluit uit dat deze er hier of daar in mogelijks nog volledig afgesloten gevallen of in niet zichtbare toegangssassen, eventueel nog zijn.

Bovenzijde:

De bovenste schets is een detail van een chardomeplaat zoals voorzien aan TPG. Daaronder heeft u een schets van een zo goed als identieke plaat maar zoals ontworpen voor de KW-linie die later werd gebouwd en al meer toeters en bellen kende. De kans is heel groot dat de platen aan TPG uiteindelijk korterbij dat ontwerp zullen gestaan hebben tegen dat ze werden geleverd dan dat ze klopten met wat u hieronder ziet als origineel ontwerp.

Daaronder een nog gerecupereerde plaat van een bunker van de KW-linie. Voorlopig zijn nog geen platen teruggevonden origineel bij TPG horende.

Onderzijde:

Ook deze schets is horende bij de plaat horende bij de KW-linie.

Specifieke zaken zichtbaar op de schetsen en foto's van bovenstaand type Draaiplaten.

  • Het grote gat (rechts) om over de Spilschroef te schuiven die in elk schietgat voor mitrailleur van de mitrailleurkamers steeds te vinden was met inbegrip van 3 zware moeren.
  • Nog iets meer naar rechts, zie je op beide zijdes van de kop van de plaat nog 2 gaten. Deze dienen om eventueel op deze plaat ook de tweepoot van de Lichte Maxim 08/15 te kunnen opstellen binnen deze bunkers. Bij opstelling op die gaten van de 2-poot, is zijn schietsector identiek met deze van de standaard Zware Maxim 08. De foto linksonder toont duidelijk deze 2 gaatjes. Rechtsonder dit type van Lichte Maxim met het bijhorende kleine 2-pootje die hier dan diende opgezet te worden. Voorlopig heb ik echter geen foto van een dergelijke opstelling met Belgische soldaten.
  • Op de zijkant hebben de Draaiplaten aan elke zijde een uitsparing om de slede in plat gelegde vorm, mooi op deze plaat te kunnen aanbrengen en leggen.
  • 2 kleinere gaten centraal op de plaat (rond vierkante uitsparing) die gebruikt werden om de mitrailleur vast te zetten op deze draaiplaat door middel van een klemschroef.
  • De slede-affuit werd ook met een specifieke haak vastgelegd nabij het midden van de plaat. Dit om te vermijden dat de mitrailleur zou kunnen verschuiven op de Draaiplaat. U ziet deze duidelijk zitten op de plaat met een naar achteren stekend stuk (de haak) en een dwars over de plaat lopend randje achteraan een half-cirkelvormige opstand.
  • Onderaan bevinden zich glijbaren waarmee de plaat op de glijboog schuift.

Enkele details op plan aansluitend bij deze draaiplaten:

  • Figuur 3: een dwarsdoorsnede van een draaiplaat.
  • Figuur 4: detail van de oplegging van de draaiplaat aan de spilschroef.
  • Figuur 5: detail van wat men bestempeld als de haak van de plaat. Dit diende om de slede van de zware maximmitrailleur te koppelen aan deze draaiplaat.

Originele plannen van het schietgat voor de opstelling van een mitrailleur, gebruik makend van het chardome

Op die wijze kreeg men onderstaande opstelling.

Bovenaan: bovenzicht van totaalopstelling met inbegrip van de Glijboog.

Boven: Verticale doorsnede van de opstelling.

Rechts: Detail van de aansluiting van de poten van de Glijboog met de boog zelf.

plaat voor opplaatsen maximmitrailleur

De bovenstaande foto is genomen in een bunkertje van de KW-linie dat zo goed als mogelijk opnieuw in originele staat werd gezet, een praktijk waar ikzelf zeker geen fan van ben. Ik houd zeker liever originele objecten in de structuren waar ze origineel staan omdat ze dan ook nog voor alle details historisch correct blijven. Bij verplaatsen gaan door de band intacte opstellingen en situaties voor goed verloren. Sowieso laat je op de locatie waar je ontvreemd, een onvolledige toestand achter die mogelijks nog origineel en intact was.

Algemeen bij de KW-linie waren de Glijbogen op het beton gevezen. Bij bruggenhoofd Gent zijn ze ingegoten in het beton. Dit is ook de reden dat men de Glijbogen (stoelen) gemakkelijker terugvindt op bruggenhoofd Gent, en niet bij de KW-linie. Hier zijn ze zeer vaak losgevezen en weggehaald of ontvreemd.

Merkwaardig is wel dat deze plaat in het geval van gemonteerd in een schietgat van TPG, schuift op het chardome waar de plaat geen randprofielen heeft onderaan. Bij montages op een schietgat aan de KW-linie schuift deze plaat op de onder de plaat zich bevindenden dwarse profieltjes (zie foto hierboven). Dit maakt dat de plaat in dat geval "zeer" moeilijk schuift op de glijboog. Leg je deze zelfde platen op een chardome van TPG, schuift deze mooi met het platte stuk op de glijboog.

Om de zware maximmitrailleur in dat geval in de bunker op te stellen, werd zijn slede en bijhorende poten volledig plat gelegd en zo op de draaiplaat gelegd. Dit maakte dat de mitrailleur qua richting kon gewijzigd worden door simpelweg enkel de Draaiplaat te schuiven op de Glijboog.

De foto hierboven toont dezelfde opstelling met de eerder getoonde plaat op nog intacte aanwezige structuren in 1 van de mitrailleurkamers van bunker D14 aan TPG.

Ook had men voorzieningen aan deze Glijbogen om te vermijden dat de Draaiplaat er afgeschoven zou kunnen worden en mogelijks van de Glijboog zou vallen. Bij de meeste plaatsen aan TPG vindt men ze nog terug op de stoelen. De eindeloopsbeveiligingen op de stoelen.

Figuur 6 en 7 hieronder tonen details op plan van deze eindeloopplaatjes op deze Glijbogen.

Bij de opstellingen waarbij de mitrailleurschutter zittend achter het chardome werd bediend, was ook zo een specifiek stoeltje voorzien. Er waren aan TPG al zeer weinig schietgaten om op die manier te worden bediend. Het stoeltje was zeer specifiek in hoogte verstelbaar. In hoofdzaak werden de mitrailleurs aan de schietgaten van TPG staand gebruikt. Ook dit voorbeeldstoeltje is dus zeker niet van TPG maar van het in ere herstelde bunkertje aan de KW-linie gefotografeerd.

Mooie schets van hoe een mitrailleur in dat geval bediend werd. (Schets: Replica)
schets opstelling maxim lourde in bunker

Nadat de aannemers de chardomes mee gemonteerd hadden met de bouw van de bunkers aan TPG werden er toch nog een aantal chardomes aangepast omdat ze niet exact genoeg geplaatst bleken te zijn. Er dienden aanpassingen te gebeuren bij volgende bunkers: A46, Av3, Av16, Be3, C16 en S6. Bij enkele andere bunkers bleken de metalen platen die op het chardome en de stang geplaatst dienden te worden, te ontbreken. Dit was zo voor de bunkers A42 (1 plaat ontbrak) en C18 (beiden ontbraken).

Op de chardomes waren bij normaal gebruik soms ook merktekens aangebracht om zeer snel te kunnen richten op bepaalde gekende doelen. Aan TPG zijn daar nog nooit restanten van teruggevonden maar ook hier moeten die zeker ooit aangebracht geweest zijn in de meest cruciale bunkers op de linie.

Bij onderstaand bunkertje te Wépion (tussen forten Namen) zijn er wel degelijk van deze aanduidingen nog zichtbaar op het chardome van de bunker.

Detail chardome bunker te Wépion - (Foto: Collectie T. Oliviers)

Alternatieve mitrailleuropstellingen in de bunkers van TPG

De alternatieve mitrailleurs vroegen echter ook om alternatieve opstelmogelijkheden in de bunkers. Hierover is een nota terug te vinden van 12 maart 1936 die onderstaande zaken aankaart. In het hierop volgend bestek vind men deze uit te voeren aanpassingswerken terug:

  • De beperkte aanpassing van in totaal 329 mitrailleurafuiten in de bunkers van TPG. Meer gedetailleerd omvatte dit:
    • Het versmallen van de chardomeplaten van 273 mm naar 270 mm
    • Aanpassen van de vastzettingshaken voor deze platen
    • Het verven van de geslepen of bijgevijlde kanten van deze platen
    • Het afhalen en terugplaatsen van deze 329 affuitplaten.
    • Dit aanpassen zou maximaal voor 1/6 van de platen per keer gelijktijdig mogen gebeuren. Er kon dan pas overgegaan worden op een volgende 1/6 van platen eenmaal de vorige waren afgewerkt en teruggeplaatst.
  • Het leveren en plaatsen van 658 (2 per chardome) beukenhouten blokjes van 6 cm x 8 cm x 5 cm, vastgezet met boutjes met vleugelmoer, (voor de eindeloop van de chardomeplaat op de stoelen).

Deze blokjes werden geplaats boven de gaatjes die u kan zien meer onderaan de foto op deze chardomes. Deze blokjes werden met een specifieke klem op de stoel bevestigd en moesten de schuifbare zone op het chardome door de plaat nog meer beperken.

De hoofdreden hiervoor was allicht vermijden dat men in de zijkanten van het eigen schietgat zou kunnen schieten met de zware mitrailleur omdat ook dit gevaarlijke situaties van wegspringend beton zou kunnen veroorzaken voor de mitrailleurschutter en andere aanwezigen in de bunker. (Schets hiernaast: het klemmetje om deze houten blokjes vast te zetten)

  • Aanpassing van 246 schietgaten voor eventueel bijkomende opstelling van Hotchkiss- of Coltmitrailleur. Dit omvatte
    • Het vervaardigen van 512 (256 schietgaten) gewapend betonnen sokkels links en rechts van het schietgat. Hiervan warer er dan
      • 231 schietgaten kregen op die manier sokkels van 55 cm
      • 25 schietgaten sokkels van 25 cm hoog.
    • Deze dienden bovenaan voorzien van eikenhouten blokjes.
    • Het vervaardigen van 256 metalen teerlingen (3e poot voor deze opstelling), vast te schroeven en demonteerbaar op de vloer. Ook deze dienden voorzien van eikenhouten blokjes. De hoogtes dienden identiek te zijn met de betonnen sokkels.
  • De aanpassing van 46 mitrailleuraffuiten voor de bijkomende optie om Browning FM30 mitrailleurs te kunnen opstellen. Dit omvatte
    • Het afnemen van de originele 3-hoekige steun op elk van deze chardomepoten.
    • Het aanbrengen van 2 bakjes op deze plaats voor het plaatsen van de achteruitstekende poten van dit type mitrailleur
    • Het bijkomend maken van een holte vooraan in het schietgat voor de vooruitstekende poot van de mitrailleur.
  • Het aanpassen van in totaal 11 schietgaten door het beperkt afkappen van de zijkanten en opnieuw vlak zetten van deze omdat ze bij gebruik van de mitrailleur de koeldarm van de mitrailleur belemmerden. Gekende bunkers met deze aanpassing zijn alvast: A1 (Astene) en Be3 (Oosterzele).

Op deze link vindt u de volledige originele lijst met opstelbare wapens in de bunkers voor bovenstaande specifiek gemaakte alternatieve opstellingen voor mitrailleurs in de bunkers van TPG. Deze originele lijst is zeker geen heilig iets want er zitten bunkertjes bij die niet stroken met de realiteit die nog kan teruggevonden worden op het terrein. Kijk voor de afwijkingen die reeds gekend zijn eens bij de opmerkingen onderaan de lijst door mijzelf bijgevoegd.

Buiten deze 2 extra specifiek uitgevoerde aanpassingswerken, zijn er allicht nog een aantal beperkt afwijkende opstellingen toegepast waar helaas heel weinig info over te vinden is. Deze werden in de mate van het mogelijke toegevoegd bij de beschreven opstellingen waar ze het kortst bij aansloten.

Kort aansluitende alternatieve opstellingen voor de Lichte Maxim 08/15 mitrailleur.

  • Gebruik van de Lichte Maxim 08/15 op de sledeaffuit van de zware maxim
  • Deze combinatie liet toe deze Lichte Maxim identiek te gebruiken als voorheen beschreven de Zware Maxim omdat alles om deze correcte te kunnen opstellen gekoppeld was aan het aanwezig zijn van die specifieke veldaffuit.
  • Gebruik van de Lichte Maxim 08/15 door hem rechtstreeks met zijn 2-poot op te stellen op de glijplaat (chardomeplaat)
  • Zie hiervoor de 2 gaten aanwezig vooraan de plaat tegen het gat om deze plaat over de spilschroef te schuiven. Hier pasten perfect de 2-poot in van dit type mitrailleur. Het vuurbereik en bijhorende sector waren in dat geval identiek met dit type van mitrailleur.

Bronnen: Voor alle originele plannen: Koninklijk Legerachief - De Moskou-archieven.